In deze tijden van de Corona crisis, bevinden onderwijsmensen zich in een paradigma, een overgang van traditioneel onderwijs met hier en daar oprispingen van innovaties, naar een plotseling, verplicht gebruik van online onderwijs.
Enerzijds een mogelijkheid om een groep mensen mee te krijgen omdat ze nu wel moeten, waar het eerder moeite zou kosten om ze mee te krijgen in een innovatie. Anderzijds een spannende, onzekere tijd waarin je je in ene andere skills moet aanmeten want anders krijgen je leerlingen geen onderwijs.
Leerkrachten zijn sociale mensen die iets willen betekenen voor kinderen. Nu wordt er meer gevraagd. Eigenaarschap van leerlingen verhogen, was al een punt op de agenda van het onderwijs. Als projectleider van innovatief onderwijs, heb ik ervaren dat weerstand tegen verandering er mag zijn. Vaak komt het ook voort uit betrokkenheid. Doen we wel het goede voor de leerling maar ook is er angst voor de verandering. Zoals Hans Vermaak schrijft in zijn boek Iedereeen verandert, nu wij nog, laat professionals bezig zijn met de
drie V’s: vak, vakgenoten en vakontwikkeling. Dat werkt motiverend.
De drie 3 B’s: bazen, bureaucratie en beleid, stop je daar als organisatie teveel energie in, dan werkt dat demotiverend. De ideale verhouding zou moeten zijn: 80% V’s en 20 % B’s. NU, in deze tijden van onzekerheid waarin het onderwijs van de ene realiteit naar een geheel andere realiteit overstapt, is het voor de leiding wel zaak zo helder mogelijk te comminuceren wat steeds weer vervolgstappen zijn en het contact te behouden met het personeel op de digitale snelweg. Eenvoudig weg de vraag te stellen: hoe gaat het met je en wat is er nodig voor jou als vakprofessional om het onderwijs goed te kunnen verzorgen voor jouw vak?